Vondst van de maand: Haardsteen uit de 16e eeuw

Voor de restauratie van de Eusebiuskerk was het noodzakelijk een bouwlift te gebruiken. Deze moest goed gefundeerd worden. Hiervoor werd een gat gegraven. Omdat dit een bijzondere plaats in de historische binnenstad is, werd dit door archeologen begeleid. Na het verwijderen van de lift werd het gat verdiept om daar menselijke resten te herbegraven. Deze beenderen waren eerder aangetroffen bij het grootschalig archeologisch onderzoek van de nieuwe Jansbeek. Op dit moment wordt gewerkt aan de rapportage van deze kleine archeologische opgraving bij de bouwlift. De bijzondere vondst van een gedecoreerde haardsteen wordt hier uitgelicht.

De verboden vrucht
Voor de komst van de centrale verwarming vormde de haard een belangrijke plaats in de woning. Mensen brachten er veel tijd bij door, zeker tijdens de koudere avonden. Het open vuur vormde door de hele geschiedenis heen een bron van gevaar. Om dit gevaar in te perken werden stenen achter de haard gemetseld tegen de wand van het huis. Wie het zich kon veroorloven kocht vuurvaste en gedecoreerde stenen. Deze werden o.a. vervaardigd in Luik en Antwerpen. De haardsteen van het Kerkplein stamt uit de 2e helft van de 16e eeuw en komt uit een elitaire woning. De afbeelding verwijst naar Adam en Eva in het Paradijs, zoals geschetst in het Bijbelboek Genesis, hoofdstuk 2 vers16-17 en hoofdstuk 3. In de Hof van Eden overhandigt Eva een verboden vrucht aan Adam. Na deze overtreding hebben ze kennis van goed en kwaad. Ze merken dat ze naakt zijn en bedekken hun schaamdelen met een vijgenblad. Vervolgens wordt hen de toegang tot het Paradijs ontzegd.